Het gaat niet goed met de deelmobiliteit. Deelvervoeraanbieders trekken zich terug, omdat het gebruik te laag is. Het lijkt erop dat er in Nederland nog geen gedragsverandering heeft plaatsgevonden en dat we mobiliteit nog niet als service willen zien. We blijven liever onze eigen vervoermiddelen bezitten en gebruiken. Heeft MaaS (Mobility as a Service) dan geflopt? Onderweg naar kantoor maak ik de balans op.
Het is nog niet zo lang geleden dat ik iedere ochtend zonder na te denken in mijn benzineauto stapte en de TomTom me de weg over het wegennet naar mijn afspraken wees. Nu maak ik iedere dag een keuze. Ik kan met mijn auto naar kantoor, maar ik stap ook regelmatig in de trein of op mijn elektrische fiets.
Er zijn momenteel verschillende apps die helpen bij de keuze voor de snelste, kortste of duurzaamste route en zo voor het meest gunstige vervoermiddel. Het autowegennet is dus niet langer mijn maatstaf, maar een vervoersnetwerk, op basis van data. En dat is waar MaaS om draait: het via slimme diensten combineren van allerlei vormen van vervoer om snel en eenvoudig van A naar B te reizen.
We hebben op technisch vlak al flinke stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Om MaaS optimaal te laten werken is het belangrijk dat er een platform komt met accurate en actuele informatie over alle beschikbare vervoersopties die je eenvoudig reserveert, boekt en betaalt. Er zijn al apps die hier verder in zijn, maar deze zijn vaak niet voor iedereen toegankelijk. Als we willen dat mensen bewust hun vervoer kiezen en zich duurzamer verplaatsen, moeten we die keuzes makkelijker maken.
Straathoek
Vandaag koos ik voor de trein. Ik ben wat laat en moet flink doorfietsen om de trein te halen. Onderweg zie ik op bijna elke straathoek een deelscooter staan. ‘Waarom heb ik die niet even geleend?’
Deelmobiliteit is snel gegroeid. Tot enkele jaren geleden was dit nog iets voor kilmaatbewuste mensen uit de Randstad. Tegenwoordig zien we deelauto’s, -scooters en -fietsen ook in kleinere kernen. Het aanbod groeit sneller dan de vraag, daarom is de service nog erg kostbaar en trekken deelvervoeraanbieders zich deels terug. Hun grote aanwezigheid heeft er wel voor gezorgd dat deelmobiliteit zichtbaar werd en eenvoudig toegankelijk voor iedereen.
OV-fiets
Vanaf het station in Kampen pak ik een OV-fiets voor de laatste twee kilometers naar kantoor. Ik denk dat de OV-fietsen van alle de deelfietsen het meest worden gebruikt. Ook hieruit blijkt hoe belangrijk het is om het (deel)vervoer goed in kaart te brengen en op elkaar af te stemmen. Deze deelfietsen staan namelijk op dé perfecte plek en zijn eenvoudig te lenen met de OV-chipkaart.
Vraaggerichte service
In de laatste meters voor kantoor word ik ingehaald door een lege stadsbus. Zonde. MaaS kan ons de mogelijkheid bieden om beschikbare vervoermiddelen beter in te zetten. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik de Vlinderbus van Arriva die onder andere in Lochem rijdt. Tijdens de spits rijdt deze bus zijn reguliere ronde, erbuiten wacht de bus bij het treinstation tot iemand de bus nodig heeft. Bij de tussenliggende bushaltes kan de bus worden aangevraagd en komt dan voorrijden. Dit voorkomt onnodige busritten. Nadeel is wel dat een aparte app nodig is om hier gebruik van te maken.
Zichtbaar, toegankelijk en eenvoudig
MaaS is dus volop in ontwikkeling. We doen af en toe een stap terug, maar zetten er ook vele vooruit. De technologie is klaar om breed ingezet te worden. Als ik zie hoe veel we dagelijks al met MaaS te maken krijgen, durf ik te zeggen dat ook de samenleving klaar is voor MaaS.
Het is wel noodzakelijk dat mensen weten welke vervoersmiddelen er beschikbaar zijn, dus welke opties ze hebben. We zouden die beter zichtbaar moeten maken in de openbare ruimte en erover moeten communiceren. Daarnaast is het belangrijk dat we al deze vervoermiddelen koppelen aan een openbaar navigatiesysteem. En deze service moet voor iedereen eenvoudig toegankelijk zijn.
Kortom, er is dus nog veel te verbeteren, maar MaaS is zeker geen mislukt experiment. Als ik kijk naar hoever we in een paar jaar al zijn gekomen en welke kansen en ideeën er nog liggen, ben ik zeer hoopvol dat een duurzame vorm van mobiliteit heel dichtbij is.