Dat een verkeersontwerp veilig moet zijn voor alle weggebruikers, is een open deur. Toch verschillen de manieren waarop verkeersveiligheid getoetst kan worden tijdens een ontwerpproces. Zo is er naast een verkeersveiligheidsanalyse ook de verkeersveiligheidsaudit. Een gestandaardiseerde methode waarin je je als verkeerskundige kunt certificeren. Wilco van Turennout, verkeerskundig ontwerper bij BonoTraffics, mag zich sinds kort verkeersveiligheidsauditor voor het onderliggend wegennet noemen. Hij legt graag uit wat dit precies inhoudt.
Als het gaat over de verschillen tussen een verkeersveiligheidsanalyse- en een audit, lijkt ‘onafhankelijkheid’ het sleutelwoord. “Bij zowel een analyse als een audit mag je natuurlijk uitgaan van kwaliteit, maar bij een audit is onafhankelijkheid wel een cruciaal woord”, begint Van Turennout te vertellen. “Bij een analyse heb je meer de mogelijkheid ook mee te denken over oplossingen en het uiteindelijke ontwerp. Je kunt dan aanschuiven bij de opdrachtgever. Een audit is heel sec een momentopname van het ontwerp of een situatie. Je geeft misschien toelichting als de audit klaar is, maar daarna moet je de deur uitstappen bij de opdrachtgever.”
Suboptimale oplossingen
De verkeerskundig ontwerper van BonoTraffics mag zich sinds vorig jaar zomer verkeersveiligheidsauditor noemen. De cursus was een ‘aanscherping van zijn kennis van verkeersveiligheidsonderzoek’. Van Turennout zegt veel geleerd te hebben van de discussies die soms ontstonden onder de cursisten.
Zo herinnert hij zich een casus over de afstand tussen rijbaan en een vrijliggend fietspad. “Het CROW schrijft hier bepaalde afmetingen in voor, maar als de ideale 5/6 meter niet haalbaar is, kies je dan voor 1,5 meter of voor 3 meter? Vanuit verschillende invalshoeken is daar wat over te zeggen: wanneer ziet een afslaande automobilist de fietser het beste? En wanneer heeft de fietser zelf het beste zicht? Dit leverde een interessante discussie op over waarom je voor de verschillende maten zou kunnen gaan.”
Dit geeft volgens Van Turennout aan dat het bij verkeersveiligheid gaat om gebruik, om mensen en voertuigen op straat. Niet om de letters in een boek. “De discussie zit ‘m niet in de optimale oplossing, maar in de suboptimale oplossing en de verschillende perspectieven. Een verkeersveiligheidsaudit gaat verder dan alleen het checken van de richtlijnen. Het is een goede basis om mee te beginnen, maar als iets afwijkt van de richtlijnen, betekent dit niet dat het onveilig is. En andersom.”
“Elk ontwerp is een inpassing in de beschikbare ruimte”, vervolgt hij. “Dus kneed je her en der en haal je af en toe een maat niet. Dan voldoe je misschien niet letterlijk aan alle richtlijnen, maar dat maakt een verkeersontwerp niet meteen onveilig.”
Netwerkniveau
Een verkeersveiligheidsaudit gaat verder dan alleen kijken naar één concreet ontwerp. “Je kijkt naar netwerken, niet alleen naar een specifieke rotonde. Je vraagt jezelf af: is ‘die rotonde logisch op die plek?’”
Van Turennout illustreert dit met de casus van een aansluiting fietstunnel op een gewone weg, met een rotonde. “Op de plek waar die rotonde zou moeten komen, is eigenlijk niet de ruimte om 5 meter afstand tussen de rijbaan en het fietspad te maken, zoals de richtlijn voorschrijft. Dus we hebben de rotonde ingetekend zonder die maat te halen. Dan stel ik mij de vraag: is dit veilig genoeg? Want je wijkt af.”
Het is niet zo zwart-wit, geeft Van Turennout hiermee aan. “Je kunt ook concluderen dat je daar geen rotonde moet aanleggen, maar dan wordt het een voorrangskruispunt. Dat is waarschijnlijk minder veilig, want dan is de snelheid hoger voor het autoverkeer en wordt het onveiliger voor de fietser. Dus het heeft ook te maken met: ontwerp iets zo veilig mogelijk. Als je vindt dat een ontwerp door een ondergrens zakt, dan moet je iets op netwerkniveau doen, als dat kan. Dan kun je je afvragen of de fietser daar wel langs moet rijden, bijvoorbeeld. Het gaat niet alleen maar over de plek zelf, maar we kijken ook naar een andersoortige oplossing op netwerkniveau.”
Wanneer een audit?
Een verkeersveiligheidsaudit heeft op een aantal momenten specifieke toegevoegde waarde ten opzichte van een ‘gewone’ verkeersveiligheidsanalyse.
“Tijdens de ontwerpfase kan het prettig zijn als er een onafhankelijke partij meekijkt”, zegt Van Turennout. “Een beetje zoals je ook een collega mee laat kijken, die niet bij het ontwerp betrokken is. Met een audit doe je dit dus op een formele manier. Ook in een aanbestedingsprocedure, waarin de opdrachtnemer het ontwerp maakt én realiseert, kan een audit een garantie zijn dat het product goed is. Er kan door de opdrachtgever gevraagd worden om er een audit bij aan te leveren.”
Het laatste voorbeeld dat Van Turennout wil toevoegen is de situatie waarin gemeenten of overheden een verschil van inzicht hebben met bewoners of andere belanghebbenden. “Als een gemeente een verkeerssituatie veilig genoeg vindt, maar de bewoners niet, dan kan de audit als formele check dienen om dit te beoordelen.”
Ondertussen blijft verkeersveiligheid een onderwerp waar niet één waarheid de juiste is. “Er kan best discussie zijn over verkeersveiligheid. Het is geen wiskunde. Verkeersveiligheid gaat over de mate waarin risico’s optreden. Buiten onderweg zijn is per definitie nooit zonder risico’s. Binnen blijven trouwens ook niet.”
Eerder vertelde Wilco van Turennout over de verkeersveiligheidsaudit in de podcast Serregesprekken.