Het doel van een maatregel in de openbare ruimte is dat we willen dat weggebruikers iets doen of juist laten, zoals wij dat bedacht hebben. Deze maatregelen worden altijd ingesteld met een reden. Argumenten als veiligheid, bruikbaarheid en het aanbrengen van structuur liggen hieraan ten grondslag. Wanneer deze maatregelen niet worden nageleefd, willen we daarom ook actie kunnen ondernemen. We willen de maatregelen kunnen handhaven. Om dit succesvol te kunnen doen, moeten de maatregelen juridisch juist en rechtsgeldig zijn.
Nieuwe ontwikkelingen, trends en situaties vragen om nieuwe maatregelen. Deze leiden op hun beurt op termijn tot een aangepaste wetgeving. Dit betekent vaak dat de wet achterloopt op de werkelijkheid. We moeten reageren op de ontwikkelingen en maatregelen nemen, maar we kunnen hier geen handhaafbaar verkeersbesluit voor opstellen, totdat de wetgeving volgt. Het gevolg hiervan is een periode waarin variatie ontstaat en daarmee onduidelijkheid. Dit is op het moment het geval bij de verkeersborden elektrisch laden.
Niet handhaafbare verkeersborden elektrisch laden
Er rijden steeds meer elektrische auto’s. In het Klimaatakkoord is opgenomen dat vanaf 2030 zelfs alleen nog elektrische personenauto’s nieuw te koop zijn. Om de mobiliteit van deze voertuigen te waarborgen, zijn er volgens het Klimaatakkoord op dat moment ook ongeveer 1,8 miljoen laadpalen beschikbaar in de openbare ruimte. De teller staat nu op ruim 80.000 laadpalen. De parkeerplaatsen nabij de laadpalen worden door middel van een verkeersbesluit gereserveerd voor het opladen van elektrische voertuigen. De gereserveerde parkeerplaatsen worden aangeduid met verkeersborden. Hiervoor worden verschillende varianten gebruikt. Hieronder een greep uit de veelal toegepaste varianten.
Deze toegepaste varianten zijn op dit moment niet rechtsgeldig en daarmee niet handhaafbaar. Dit betekent dat het geen handhaafbare overtreding is, wanneer bijvoorbeeld een voertuig met dieselmotor geparkeerd staat op een parkeerplaats die is aangeduid met een van deze borden. De diverse uitvoeringsvormen in heel het land zorgen bovendien voor de nodige onduidelijkheid voor de weggebruiker.
Huidige RVV regeling
Om parkeerplaatsen bij laadpalen wel uitsluitend beschikbaar te maken voor elektrische voertuigen kent de huidige wet- en regelgeving één uitvoeringsvorm. In artikel 24 van het RVV 1990 is namelijk (onder andere) het volgende opgenomen:
‘De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven.’
In de uitvoering moet daarom gekozen worden voor het verkeersbord E4 van bijlage 1 van het RVV. Hiermee wordt een parkeergelegenheid aangeduid. Hierbij moet een onderbord worden geplaatst met de tekst ‘opladen elektrische voertuigen’, zodat deze het doel van de parkeergelegenheid beschrijft.
Aanstaande wijziging RVV
Op 28 mei 2021 heeft onze minister van Infrastructuur en Waterstaat een ontwerpbesluit voor de wijziging van het RVV 1990 aan de tweede kamer aangeboden. Voor de laadpalen in de openbare ruimte is daarbij het volgende relevant:
‘Er zijn steeds meer elektrische auto’s op de weg die dienen te worden opgeladen. Hiervoor zijn speciale parkeerplaatsen aangewezen. Een officieel bord hiervoor was nog niet opgenomen in het RVV 1990. Elke gemeente had hiervoor een andere oplossing. Om tot uniformiteit te komen en handhaving eenvoudiger te maken, wordt in bijlage 1 een modelbord toegevoegd dat bij een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen kan worden geplaatst’.
Hoe nu verder?
De minister is voornemens om de in het ontwerpbesluit opgenomen wijzigingen in te laten gaan op 1 juli 2022. De wijzigingen zijn dus voorlopig nog niet definitief. De wegbeheerder komt daarmee voor een lastige keuze te staan totdat de voorgenomen wijzigingen definitief worden. Kies je als wegbeheerder voor een (mogelijk) toekomstbestendige inrichting of voor een uitvoeringsvorm zoals die in de huidige situatie enkel rechtmatig is?
Met de verkeersborden communiceren wij onze maatregelen. De borden moeten daarom duidelijk en herkenbaar zijn voor iedereen, ook voor de niet-Nederlandse toerist. Het door de minister voorgestelde bord voldoet hier beter aan dan de huidige handhaafbare variant. Bovendien wil je als wegbeheerder uniformiteit en transparantie. Ik zou daarom nu al zo veel mogelijk voor het door de minister voorgestelde bord willen kiezen.
Nu zijn er situaties te noemen waarin de handhaafbaarheid een zwaarder wegend argument is. Zo wordt de handhaving meer wenselijk naar mate de parkeerdruk hoger wordt. Ook wanneer het draagvlak voor laadpalen laag is, en dus het aantal verwachte overtredingen hoger, is de handhaafbaarheid erg belangrijk. In deze situaties is het bord E4 met onderbord voor nu een meer doeltreffende optie. Mijn advies is dan wel om budget te reserveren om deze volgend jaar te kunnen vervangen door de dan vastgestelde variant, zodat de maatregel niet alleen rechtsgeldig is, maar ook uniform en duidelijk voor iedere weggebruiker.