De snelle opkomst van elektrische auto’s vraagt van gemeenten dat zij nadenken over de locatie van publieke laadpalen. Het realiseren van deze laadpalen in de openbare ruimte moet worden gedaan met draagvlak van omwonenden. Beschouw daarom de plankaarten – waarin geschikte toekomstige locaties voor laadpalen worden voorspeld – als leidraad en bouw flexibiliteit in, adviseert Sander Bonhof van BonoTraffics in zijn blog.
Het gebruik en bezit van elektrische voertuigen neemt snel toe. Steeds meer mensen gaan elektrisch rijden. Het is daarom noodzakelijk dat er in de openbare ruimte voldoende plekken komen om de elektrische voertuigen op te laden. Voor het plaatsen van deze laadpalen nemen veel gemeenten uit praktische overwegingen deel aan een provinciale concessie.
Bij iedere laadpaal worden een of meerdere parkeerplaatsen aangewezen voor het gebruik hiervan. Deze parkeerplekken worden gereserveerd door het nemen van een verkeersbesluit. Voor het bepalen van de locaties van deze laadpalen en de parkeerplaatsen maken de gemeenten vaak gebruik van strategische plankaarten. Deze plankaarten voorspellen de toekomstige behoefte aan laadinfrastructuur en daarmee de meest geschikte toekomstige locaties voor laadpalen in de openbare ruimte.
Effectief gebruik van plankaarten
Met een plankaart wordt actief gestuurd op een toekomstig dekkend laadnetwerk. Wanneer de gemeente een aanvraag ontvangt voor het plaatsen van een laadpaal kan zo aan de hand van de plankaart een voorstel doen voor de locatie van de laadpaal. De plankaart is daarom een handig hulpmiddel. Het is alleen wel belangrijk om deze plankaarten op een juiste manier te gebruiken.
Met het op een juiste manier gebruiken bedoel ik dat we de plankaart niet als in beton gegoten moeten beschouwen. De plankaart ontstaat vanuit gegeneraliseerde data en verwachtingen. We moeten ons beseffen dat de realiteit subjectiever is en anders kan zijn of worden dan wat de plankaart laat zien.
Niet één verkeersbesluit voor de gehele plankaart
Mijn advies is daarom om niet op voorhand één verkeersbesluit voor alle toekomstige locaties te maken. Dat heeft twee redenen. Ten eerste is het mogelijk dat er op sommige bepaalde locaties geen strategische laadbehoefte ontstaat en er dus geen aanvraag komt. Met het nemen van het verkeersbesluit en de mogelijkheid tot bezwaar, wordt dan onnodig een juridische procedure gestart.
Ten tweede kun je je afvragen hoe lang een dergelijk verkeersbesluit van waarde is. Is het plaatsen van een laadpaal vier jaar na het nemen van het verkeersbesluit nog rechtvaardig?
Stad versus platteland
In stedelijke gebieden kennen de plankaarten daarnaast over het algemeen meer draagvlak dan in dunbevolkte gebieden. Bewoners in steden gebruiken door de hoge parkeerdruk vrijwel nooit een ‘vaste’ parkeerplaats en ze zijn gewend om te zoeken naar een vrije plek voor hun auto. In dunbevolkte gebieden is dit anders. Bewoners parkeren hun auto vaak op dezelfde parkeerplaats vlakbij huis. Een dergelijke parkeerplaats wordt dan vaak als ‘eigen’ gezien.
Een plankaart van laadpalen kent daarmee in mijn ervaring in dunbevolkte gebieden minder draagvlak, omdat dit ten koste kan gaan van deze ‘eigen’ parkeerplaatsen. Gebruik de gewenste flexibiliteit om in overleg met bewoners en de aanvrager tot een breed gedragen locatie voor de laadpaal te komen.
Besluiten met draagvlak
Ook tijdens hoorzittingen blijkt de conclusie vaak hetzelfde. Als bewoners met elkaar in gesprek gaan, komen ze er samen prima uit. Goed overleg met aanvrager en directe buren over de beste locatie voor de laadpaal levert de meeste tevredenheid op. Het voorkomt veel problemen en gedoe gedurende juridische procedures wanneer er al overeenstemming is, voorafgaand aan het nemen van het verkeersbesluit.
Een plankaart kent daarmee zeker zijn waarde en geeft een vliegende start bij de locatiebepaling van een toekomstige laadpaal. Bij de vaststelling van de plankaart is het wel gewenst om de noodzakelijke flexibiliteit te borgen. Zo kunnen onvrede, onnodige juridische procedures en problemen op uitvoeringsniveau worden voorkomen.